16 september ochtend

door Arnold Huijgen

Aanstaande zondagochtend lezen we Exodus 10:16-11:10. Dat loopt van de reactie van Farao op de achtste plaag tot en met de aankondiging van de tiende plaag. Althans, wij spreken van ‘plagen’; de Bijbel noemt het meestal ‘wondertekenen’.

 

De preek gaat er over dat er een scheiding valt, hoewel de Farao dat niet wil. Hij wil het volk koste wat kost vasthouden, maar de Heere maakt scheiding, allereerst tussen licht en duisternis. Bij de Egyptenaren is het zo donker dat je geen hand voor ogen kunt zien, terwijl het bij de Israëlieten licht is.

 

Vervolgens blijkt de Farao zich toch weer te verharden. Een geweldig waarschuwend voorbeeld: eerst was hij nog wel zo ver geraakt dat hij tot een half-en-half schuldbelijdenis kwam (Ex. 9:27; 10:16), maar uiteindelijk wil hij niet loslaten en het volk niet aan God overgeven. Dat gaat niet alleen over een Egyptische koning van lang geleden, dat gaat maar zo over de machten van tegenwoordig, die God niet willen dienen. Hopelijk gaat het niet over ons, doordat wij ons ook blijven verzetten.

 

Intussen gaat de scheiding wel door, ondanks verzet van Farao. God wint! Maar je houdt er maar zo een beetje een ongemakkelijk gevoel aan over, want is maar wat erg voor al die mensen die hun eerstgeboren kind verliezen. Hoe ligt dat eigenlijk in het Nieuwe Testament? De wondertekenen van het Nieuwe Testament dienen ook om Gods tegenstander te onttronen: daarom doet Jezus Zijn wonderen. En bovendien: de grootste plaag en de grootste straf draagt Hij. Hij gaat de diepdonkere nacht in. Hij is de eerstgeboren Zoon die sterven moet. Zijn opstanding betekent een nieuwe dageraad.

 

Thema: De scheiding zál vallen

1. Licht / donker;

2. Verharding / overgave;

3. Gods volk / vijanden.

 

Vragen

1. Aan welke kant staan wij eigenlijk? Hoe kun je dat weten?

2. Is er iets tegen verharding te doen, bij jezelf en bij anderen?